Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·te·lo·ze

Bijvoeglijk naamwoord

kasteloze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kasteloos

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be