Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·sie·wij·len
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

kassiewijlen

  1. verouderde spelling of vorm van kassiewijle tot 2006
Opmerkingen
  • Tussen 1990 en 1996 per abuis met deze spelling vermeld in de officiële Woordenlijst Nederlandse taal; in Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse taal is altijd de spelling zonder -n gebruikt.

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen