kasmoni
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·mo·ni
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasmoni | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kasmoni
- (economie) een roulerend spaar- en kredietsysteem dat veel voorkomt in Suriname, met name onder de Creoolse bevolking
- ▸ Het woord kasgeld klinkt Nederlands, maar is afkomstig van het Surinaamse 'kasmoni': een informele onderlinge spaarkas waarmee vooral vrouwen (hier de Grote Markt van Paramaribo) kleine handelszaakjes opzetten.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kasmoni staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kasmoni op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Houdt u aan, dan zet ik zout in de soep'” (26 MAART 2009), De Standaard