kasjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·sjes
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- kas·jes
Zelfstandig naamwoord
de kasjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kasje
de kasjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kas