Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·ba
enkelvoud meervoud
naamwoord kasba kasba's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kasbam

  1. (bouwkunde) (militair) het verdedigbare deel (citadel) van de medina (stadswijk in steden in Noord-Afrika)
Synoniemen

Gangbaarheid

37 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be