Nederlands

 
[2] kappie
Uitspraak
Woordafbreking
  • kap·pie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kappie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kappiev

  1. zure room
  2. (straattaal) overdreven imponerend gedrag

kappie o

  1. (informeel) (kleding) eenvoudig gesteven mutsje

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen