Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·pi·tei·nen

Zelfstandig naamwoord

de kapiteinenmv

  1. (verouderd) kapiteins, niet gangbare meervoudsvorm van kapitein
    • Naar het vaderland teruggekeerd, behoorde van Coulster in 1629 tot de kapiteinen op 's lands vloot. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen