kanterkazen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kanterkazen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑntərˌkasə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- kan·ter·ka·zen
Woordherkomst en -opbouw
- kanterkaas met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de kanterkazen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kanterkaas
Gangbaarheid
- Het woord 'kanterkazen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "De geschiedenis. : Tentoonstelling en harddraverij." in: Leeuwarder Courant jrg. 179 nr. 221 (19 september 1930); p. 19 kol. 2; geraadpleegd 2019-12-16