Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·mer·voor·zit·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kamervoorzitster kamervoorzitsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kamervoorzitsterv

  1. De vrouw die de vergaderingen van de Eerste of de Tweede Kamer der Staten-Generaal leidt.
    • De kamervoorzitster wordt gekozen door leden van de Kamer. 

Gangbaarheid