kaderlid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·der·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kader zn en lid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaderlid | kaderleden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kaderlid o
- leidinggevende in een organisatie
- De Koninklijke Marechaussee heeft een dertigjarig landelijk kaderlid van motorclub No Surrender aangehouden in een vliegtuig op Schiphol.[1]
- Als je vroeger 15 regionale bankkantoren had met telkens één kaderlid aan het hoofd van een kantoor, zijn er nu acht of negen kaderleden voor al die kantoren. De banken streven een organisatie na die ‘lean and mean’ is.”[2]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kaderlid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaderlid" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Reformatorisch Dagblad 20-06-2017 No Surrender-lid opgepakt in vliegtuig
- ↑ Tubantia Alex van der Hulst 02-12-17 'Geen managers meer? De beste ontwikkeling ooit'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be