Nederlands

 
kabelbaan met cabine (=gondel) in Zell am See
Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·bel·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabelbaan kabelbanen
verkleinwoord kabelbaantje kabelbaantjes

Zelfstandig naamwoord

de kabelbaanv / m

  1. transportlift waarbij cabines of stoeltjes langs een in de lucht hangende kabel omhoog getrokken worden
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be