kaassaus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaas·saus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaas en saus [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaassaus | kaassauzen kaassausen |
verkleinwoord | kaassausje | kaassausjes |
Zelfstandig naamwoord
- een saus lijkend op bechamelsaus waarin gesmolten kaas verwerkt is
- Hoe zou de wereld eruit zien zonder nootmuskaat? Nederland zou in elk geval zijn weggezakt in een nationale culinaire depressie. Want laten we eerlijk zijn: stamppot, witlof met kaassaus en de snotgare bloemkool bij het karbonaadje zijn nog enigszins te tolereren dankzij dat snufje nootmuskaat. Maar het opleuken van die nogal ongeïnspireerde Hollandse pot is slechts een voetnoot, een aardige bijkomstigheid. Dat curieuze exotische zaadje heeft de wereldgeschiedenis bepaald. [2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kaassaus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaassaus" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Joël Broekaert 4 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be