Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaart·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankaarten

kaartten (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aankaarten
    • Wij kaartten aan. 
    • Jullie kaartten aan. 
    • Zij kaartten aan. 

Gangbaarheid