Nederlands

 
kaaimuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • kaai·muur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaaimuur kaaimuren
verkleinwoord kaaimuurtje kaaimuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de kaaimuurm

  1. (scheepvaart) (bouwkunde) gemetselde oeverstrook waaraan de schepen kunnen aanleggen
     Bovendien trekt u ook voor uw eigen gezondheid maar beter geen mosselen van bijvoorbeeld een kaaimuur of een staketsel. Volgens het Ilvo, het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek, zijn ze vaak zwaar vervuild. Er zitten schadelijke bacteriën en pcb’s in.[1]
     Den Blauwe Steen is een term die in het Antwerpse gebruikt wordt voor de kaaimuur aan de rechterscheldeoever. Deze kaaimuur werd aangelegd met een blauwe steen tijdens de rechttrekking van de Schelde tussen 1880 en 1885.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Sarah Vankersschaever, Tom Le Bacq
    “Zelf mosselen oogsten is gevaarlijk. Voor u én voor de natuur” (13/08/2018), De Standaard
  2.   Weblink bron “Blauwe Steen (Antwerpen)” (geraadpleegd 13 mei 2021), Wikipedia