kašubsky
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kaʃʊpskɪ/
Woordafbreking
- ka·šub·sky
Woordherkomst en -opbouw
Bijwoord
kašubsky
- (demoniem) Kasjoebisch; met betrekking tot Kasjoebië
- (demoniem) (op z'n) Kasjoebisch; met betrekking tot het volk de Kasjoeben
- (taal) (in het) Kasjoebisch; met betrekking tot het Kasjoebisch
Synoniemen
- –
- –
- kašubština v