Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • juut
Woordherkomst en -opbouw
  • Waarschijnlijk een klanknabootsing van het fluitje dat agenten gebruikten.
enkelvoud meervoud
naamwoord juut juten
verkleinwoord juutje juutjes

Zelfstandig naamwoord

de juutm

  1. (pejoratief) politieagent
    • Die juut gaf me een fikse boete. 

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be