jukbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- juk·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van juk en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jukbeen | jukbeenderen jukbenen |
verkleinwoord | jukbeentje | jukbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het jukbeen o
- (anatomie) één van de beenderen van de schedel (os zygomaticum)
- Het jukbeen was onbeschadigd gebleven.
Vertalingen
1. één van de beenderen van de schedel
Gangbaarheid
- Het woord jukbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jukbeen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be