Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • juich·ten toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toejuichen

juichten (…) toe

  1. meervoud verleden tijd van toejuichen
    • Wij juichten toe. 
    • Jullie juichten toe. 
    • Zij juichten toe. 

Gangbaarheid