jongerenvereniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jon·ge·ren·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jongerenvereniging jongerenverenigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jongerenverenigingv

  1. (deel van een) organisatie waar alleen jonge mensen lid van kunnen zijn
     De politiek lijkt bij Blokhuis, de broer van muziekkenner Leo Blokhuis, in het bloed te zitten. Al op zijn 23e werd hij bestuurslid van de jongerenvereniging van de Reformatorische Politieke Federatie (RPF), later opgegaan in de ChristenUnie.[1]
     Vierhonderd vluchtelingen die in Zwolle worden opgevangen, gaan vanavond gratis naar een uitvoering in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Het idee komt van de jongerenvereniging van het Concertgebouw.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Paul Blokhuis (CU) bindt strijd aan met roken en overgewicht” (24-10-2017), NOS
  2.   Weblink bron “Vluchtelingen Zwolle gratis naar Concertgebouw A'dam” (5-10-2015), NOS