jongde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jong·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jongen |
jongde
- enkelvoud verleden tijd van jongen
- Ik jongde.
- Jij jongde.
- Hij, zij, het jongde.
- Ik jongde.
Gangbaarheid
- Het woord jongde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jongde" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be