jodelden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jodelden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jo·del·den

Werkwoord

vervoeging van
jodelen

jodelden

1. meervoud verleden tijd van jodelen
   

   • Wij jodelden. 
     
   • Jullie jodelden. 
     
   • Zij jodelden.