Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·chie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het jochieo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord joch

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be