jazzzangeres
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jazzzangeres (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdʒɛ:zɑŋəˌrɛs/
Woordafbreking
- jazz·zan·ge·res
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jazz en zangeres
- afgeleid van jazzzanger met het achtervoegsel -es
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jazzzangeres | jazzzangeressen |
verkleinwoord | jazzzangeresje | jazzzangeresjes |
Zelfstandig naamwoord
de jazzzangeres v
- (beroep) (muziek) een vrouwelijke persoon die zich op het zingen van jazz toelegt
- De jazzzangeres oogste veel lof.
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van jazzzanger
Vertalingen
1. een vrouwelijke persoon die zich op het zingen van jazz toelegt
Gangbaarheid
- Het woord jazzzangeres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈʒɪszɑŋəˌʁɪs/
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Nederlands.
Zelfstandig naamwoord
jazzzangeres v