Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Japanner

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ja·pan·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord japanner japanners
verkleinwoord japannertje japannertjes

Zelfstandig naamwoord

de japannerm

  1. iets dat gemaakt is in Japan of door een Japanse firma
    • Ik rijd al jaren in een japanner die in Frankrijk is gemaakt. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen