Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jacht·op·zich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtopzichter jachtopzichters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jachtopzichterm

  1. (beroep) ambtenaar die toezicht houdt op de jacht en de jagers
     In 2006 kwam Juan Carlos ook al eens in opspraak, nadat hij in Rusland een beer had geschoten. Een jachtopzichter verklapte later dat het om een tamme beer ging, die honing met wodka was gevoerd voordat hij in de buurt van de koning werd uitgezet.[1]
     De Nederlander, directeur van de GGD Brabant en natuurfilmer, was op vakantie in Oostenrijk toen de jager zijn beeld binnenliep. Thuisgekomen afgelopen zondag zette hij het filmpje op internet. Hij stuurde de beelden ook naar de autoriteiten in Tirol. De hoofd jachtopzichter is geschokt over wat 'ie ziet, en vindt het barbaars:[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Jagende Juan Carlos in opspraak” (Zondag 15 april 2012, 09:08), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Woede over "barbaarse" dierenleedvideo Tirol” (Dinsdag 27 augustus 2013, 14:57), NOS