jabot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ja·bot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jabot | jabots |
verkleinwoord | jabotje | jabotjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) Aanvankelijk: een geplooide strook aan de borst van een mannenoverhemd. Na ongeveer 1880 een kanten plooisel, door dames op het japonlijf gedragen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord jabot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jabot" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ jabot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be