jaarvak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·vak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar zn en vak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarvak | jaarvakken |
verkleinwoord | jaarvakje | jaarvakjes |
Zelfstandig naamwoord
het jaarvak o
- (onderwijs) vak dat op een universiteit op het einde van het studiejaar wordt afgesloten en geëxamineerd
- ▸ Wie dat kunststukje nog eens succesvol herhaalt in het tweede semester kan uitkijken naar een lange zomer om te doen waar hij zin in heeft. In het tweede deel van het jaar begint u zich best opnieuw zorgen te maken vanaf april. Wat weet ik van mijn jaarvakken nog van het begin van de cursus? En moest ik nu een taak maken voor dat vak of is het enkel een mondeling examen? In het oude systeem met alle examens op het einde van het academiejaar luidde de leuze in Gent 'als de Halfvastenfoor op het Sint-Pietersplein staat en je bent nog niets aan het doen, zit je in de problemen'.[1]
- ▸ De Gentse universiteit wil vanaf volgend academiejaar opnieuw jaarvakken invoeren. Dat bevestigt het kabinet van rector Anne De Paepe. Voor zo'n jaarvak moet je maar éénmalig een examen afleggen en niet elk semester.[2]
- ▸ Na de KU Leuven nemen ook de universiteiten van Gent en Brussel maatregelen om te vermijden dat studenten blijven aanmodderen. Opvallend is dat ze allebei teruggrijpen naar jaarvakken, met alleen examens in juni. ‘Om te vermijden dat studenten al na enkele maanden een vogel voor de kat zijn.’[3]
Gangbaarheid
- Het woord jaarvak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jan Temmerman“Nieuw in het hoger onderwijs? Hoe ziet jouw jaar eruit?” (22/09/2014), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Binnenkort opnieuw jaarvakken in Gent?” (16/02/2015 om 19:55), De Standaard
- ↑ Weblink bron Jens Vancaeneghem“Examens in juni moet aantal bissers doen dalen” (17/02/2015), De Standaard