jaaromzet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·om·zet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar zn en omzet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaaromzet | jaaromzetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jaaromzet m
- (economie) de totale hoeveelheid geld dat een bedrijf ontvangt door het verkopen van producten of diensten gedurende een kalenderjaar
- ▸ "Wij zullen er niet failliet aan gaan, en hopen het later dit jaar in te halen. Misschien komt onze jaaromzet lager uit. Maar dankzij de paling en het feit dat we een familiebedrijf zijn, zullen we het wel overleven."[1]
- ▸ KPN maakte vanochtend bekend dat de jaaromzet voor het elfde jaar op rij is gedaald, met 2,7 procent. Het bedrijf zegt last te hebben van felle concurrentie.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de totale hoeveelheid geld dat een bedrijf ontvangt door het verkopen van producten of diensten
Gangbaarheid
- Het woord jaaromzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Nina Bogosavac“Nederlandse bedrijven getroffen door corona: 'De bassins zijn leeg'” (14-02-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “KPN heroverweegt app voor Chinese reizigers na kritiek over privacy” (29-01-2020), NOS