Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iso·piës·tisch, iso·pi·es·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van piëst ?? met het voorvoegsel iso- met het achtervoegsel -isch
stellend
onverbogen isopiëstisch
verbogen isopiëstische

Bijvoeglijk naamwoord

isopiëstisch

  1. (thermodynamica) onder condities van gelijke dampdruk
    • De osmotische coëfficiënt ɸ kan met de isopiëstische methode bepaald worden. 

Gangbaarheid