irritante
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ir·ri·tan·te
Bijvoeglijk naamwoord
irritante
- verbogen vorm van de stellende trap van irritant
- ▸ Hij was in bepaalde opzichten een jongere versie van mezelf. Zijn grote mond, iets te harde stem, irritante enthousiasme en overdreven positiviteit waren herkenbaar maar ook zijn ongepolijste bravoure, idealisme en romantische dromen om de wereld te verbeteren.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Frans
Bijvoeglijk naamwoord
irritante
- vrouwelijk enkelvoud van irritant
Spaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | irritante | irritantes |
vrouwelijk | irritante | irritantes |
Bijvoeglijk naamwoord
irritante