invliegverbod
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vlieg·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invliegverbod | invliegverboden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het invliegverbod o
- (luchtvaart) het niet naar een bepaald land mogen vliegen