introuw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·trouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
introuwen |
introuw
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van introuwen
- ... dat ik introuw.
Gangbaarheid
- Het woord introuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.