Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tro·duc·tie·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord introductietijd introductietijden
verkleinwoord introductietijdje introductietijdjes

Zelfstandig naamwoord

de introductietijdm

  1. periode waarin men in de gelegenheid wordt gesteld kennis te maken met een nieuwe situatie

Gangbaarheid

Meer informatie