internetdomein
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·do·mein
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en domein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetdomein | internetdomeinen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het internetdomein o
- (informatica) domein (naam) binnen het het naamgevingssysteem op internet waarmee netwerken, computers, webservers, mailservers en andere toepassingen worden geïdentificeerd
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'internetdomein' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.