internetbelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·belt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
internetbellen |
internetbelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internetbellen
- Jij internetbelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internetbellen
- Hij internetbelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van internetbellen
- Internetbelt!