Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·na·ti·o·na·ler

Bijvoeglijk naamwoord

internationaler

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van internationaal


Deens

Woordafbreking
  • in·ter·na·tio·na·ler

Zelfstandig naamwoord

internationaler, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van internationale