interacteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: interacteren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪntərɑkˈterə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·ter·ac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interacteren |
interacteerde |
geïnteracteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
interacteren
- inergatief deelnemen aan een interactie
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord interacteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.