• in·ten·si·veert
vervoeging van
intensiveren

intensiveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intensiveren
    • Jij intensiveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intensiveren
    • Hij intensiveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intensiveren
    • Intensiveert!