insipide
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·si·pi·de
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | insipide | insipider | - |
verbogen | insipide | insipidere | - |
partitief | insipides | insipiders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
insipide
- zonder gedrevenheid
- Om uit het insipide dal van het naturalisme te komen, wil hij een grootser onderwerp aanpakken en komt hij, in zijn zoektocht naar het Kwaad, uit bij de indrukwekkende figuur van Gilles de Rais. [2]
- flauw, niet geestig
- De mededeling dat de 'vele aspecten van het liefdesbedrijf hem altijd hebben gefascineerd', is in het licht van zijn betaalde escapades ietwat insipide en gaat ook voorbij aan de pathologische trekken die in de beschreven frequentie van zijn veroveringsbezoeken aan het licht komen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'insipide' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insipide" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ insipide op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Meijsing, GTafelen met een klokkeluider (7 april 1995) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-05-17
- ↑ Wijnen, H. vanKruisjes (15 januari 1994) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-05-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Bijvoeglijk naamwoord
insipide
- zouteloos; overdrachtelijk: waar alle belangwekkendheid aan ontbreekt.
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- insi·pide (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het eind of begin van een regel wordt ontraden)[1]
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | insipide | insipides |
vrouwelijk | insipide | insipides |
Bijvoeglijk naamwoord
insipide
- smakeloos, zouteloos
- (figuurlijk) zonder gedrevenheid, insipide
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ 'insipide' op website: plumefrancaise.fr; geraadpleegd 2017-05-17