inpalmden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·palm·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inpalmen |
inpalmden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inpalmen
- ...dat wij inpalmden.
- ...dat jullie inpalmden.
- ...dat zij inpalmden.
- ...dat wij inpalmden.