inleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en leven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inleven |
leefde in |
ingeleefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
inleven
- wederkerend zich geheel en al met zijn gedachten in iets verplaatsen
- Hij had zich volledig in die rol ingeleefd.
Gangbaarheid
- Het woord inleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inleven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be