Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·kom·sten·bron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomstenbron inkomstenbronnen
verkleinwoord inkomstenbronnetje inkomstenbronnetjes

Zelfstandig naamwoord

de inkomstenbronv / m

  1. manier waarop men geld ontvangt
     Dat ik mijn enige inkomstenbron kwijtraakte door de sluiting van de school was niet het grootste probleem ....[1]
     Gemeenten heffen zelf belastingen en hebben daardoor geld te besteden, maar hun belangrijkste inkomstenbron is het zogeheten gemeentefonds. Jaarlijks verdeelt de Rijksoverheid vanuit dat fonds 30 miljard euro onder de gemeenten. Hoeveel een gemeente krijgt hangt af van allerlei factoren, en die verdeelsleutel gaat dus veranderen.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Advies: nieuwe verdeling miljarden onder gemeenten nog altijd problematisch” (WO 20 OKTOBER 2021), NOS