Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ko·mens·ver·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomensverschil inkomensverschillen
verkleinwoord inkomensverschilletje inkomensverschilletjes

Zelfstandig naamwoord

het inkomensverschilo

  1. (economie) het verschil in inkomen (tussen verschillende groeperingen in de maatschappij)

Gangbaarheid

Verwijzingen