Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ge·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ingevallen
verbogen ingevallen

Bijvoeglijk naamwoord

ingevallen

  1. hol, ingezakt
    • Na die barre tocht had hij ingevallen wangen gekregen. 

Werkwoord

vervoeging van: invallen…
verbogen vorm: ingevallene

ingevallen

  1. voltooid deelwoord van invallen

Gangbaarheid