individualisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·di·vi·du·a·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van individueel met het achtervoegsel -isme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | individualisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het individualisme o
- (filosofie) leer die de rechten van het individu boven die van de gemeenschap stelt
- (sociologie), (politiek) het voor alles bewaren van de persoonlijke onafhankelijkheid
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord individualisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "individualisme" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be