inclinatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inclinatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·cli·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inclineren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inclinatie | inclinaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (natuurkunde) hoek van een vrij zwevende magneetnaald met het vlak van de horizon
- hoek die het baanvlak van een hemellichaam maakt met ecliptica
- geneigdheid, genegenheid, neiging
Afgeleide begrippen
- inclinatiehoek, inclinatiekaart, inclinatiekompas, inclinatiemeter, inclinatienaald, inclinatierichting
Verwante begrippen
- [1,2] declinatie
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord inclinatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inclinatie" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ inclinatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be