incidentenpolitiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ci·den·ten·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord incidentenpolitiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de incidentenpolitiekv

  1. (politiek) politiek die gericht is op het oplossen van een actueel probleem, maar die een langetermijnvisie ontbeert

Gangbaarheid