Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·cest·mis·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord incestmisdrijf incestmisdrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het incestmisdrijfo

  1. (juridisch) seksueel misbruik van kinderen door ouders
     Het was alsof de verdenking van incest automatisch tot een veroordeling leidde. Politiek kon niet de hele verldaring zijn, ook al kon het incestmisdrijf gezien worden als een politieke misdaad. Wat je natuurlijk niet hardop kon zeggen, zelfs juristen onder elkaar niet.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149