Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·cest·be·drog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord incestbedrog
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het incestbedrogo

  1. leugenachtige incestbeschuldigingen
     Ze kaartte het grote gespreksonderwerp van de afgelopen maanden aan, de ongelooflijke onthullingen van Reporter-Magasinet over het incestbedrog.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149