inbeelding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inbeelding (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·beel·ding
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van naamwoord van handeling inbeelden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inbeelding | inbeeldingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inbeelding v
- een voorstelling die in de geest wordt gemaakt
- De kunstenaars riepen: "De verbeelding aan de macht".
- denken dat je beter bent dan je eigenlijk bent
- Wat heb jij een verbeelding, je bent echt niet meer dan de anderen hoor!
Synoniemen
- [1] fantasie, hersenschim, illusie, verbeelding, hersenspinsel
- [2] verwaandheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inbeelding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inbeelding" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be